Inhoud


Financiën Organisatie

Regelgeving

Wapening dient te voldoen aan een aantal zaken. Als eerste gaan we kijken naar bouwbesluit en de van daaruit aangestuurde NEN-EN normen. Het geleverde staal zal moeten voldoen aan BRL 0501, aan NEN 6008 en aan NEN-EN 10080. Het gebruikte betonstaal dient geleverd te worden met certificaat. Hierin dient de leverancier van het staal vermeld te staan. Ook is de fabrikant van het staal herkenbaar aan de profilering van het staal. Fabrikanten geven deze profilering een uniek patroon waardoor de producent herkenbaar is aan het profiel. Dit wordt het ‘walsmerk’ genoemd. De bouwbegeleider kan simpel vaststellen uit welke fabriek het staal afkomstig is.

1. Verantwoordelijkheid keuren
Strikt formeel gesproken is de aannemer verantwoordelijk voor het correct aanbrengen van de op tekening aangegeven wapening. Het proces van de aannemer is echter nog steeds te weinig ingesteld op, onder andere, het zelf keuren van de wapening. Door het toepassen van het keuringsrapport is helder vast te leggen of partijen zich hebben gehouden aan het keuringsprotocol. De aannemer zal voor iedere stort het bevoegd gezag in kennis stellen van de stort en zo de mogelijkheid geven om de wapening te keuren.

2. Verantwoordelijkheid constructie
Naar de opdrachtgever toe is de constructeur verantwoordelijk voor de engineering van de hoofdconstructie. Vanuit deze verantwoordelijkheid zou de constructeur alle wapening moeten controleren. De praktijk is echter anders. De opzichter heeft een belangrijke taak in het controleren van de wapening, en de overige van belang zijnde aspecten voor het storten van vloeren en wanden. De constructeur zal dus zijn verantwoordelijkheid van de constructie alleen goed kunnen dragen als hij het keuringsprotocol goed heeft georganiseerd. Uiteraard op basis van goedgekeurde tekeningen en berekeningen. De constructeur zal in veel gevallen de bouwkundig opzichter mandateren om de keuringen voor hem uit te voeren.

3. Eerste stort
Vaak zal voor een eerste stort, van bijvoorbeeld een fundering, een wand of een vloerveld, de constructeur worden uitgenodigd voor een eerste formele keuring. Ook de inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht zal hiervoor worden uitgenodigd. Dit bezoek geeft partijen een indruk van de geleverde kwaliteit van het vlechtwerk, bekisting en organisatie rond de stort.

4. Volgende stort
Partijen, en vooral de bouwbegeleider, moeten zich realiseren dat een belangrijke stort, bijvoorbeeld een voorgespannen vloer, reden kan zijn om de constructeur standaard uit te nodigen voor de keuring. Ook de constructeur zelf kan aangeven dat hij bepaalde onderdelen van de wapening zelf wenst te keuren. Er kan dus standaard gekozen worden om alle partijen uit te nodigen voor een stort door aan te geven wat er gestort gaat worden.

5. Begeleiding vanuit constructeur
Gedurende het verloop van een project zal er in de meeste gevallen een zelf regulerende werksituatie ontstaan waar de bouwbegeleider, de aannemer en de constructeur mee verder kunnen. De hoofdconstructeur dient zich hierbij zeer goed te realiseren dat op de bouwplaats gewerkt en gecontroleerd wordt conform zijn tekeningen en die van leveranciers, zonder dat er voldoende constructief inzicht aanwezig kan zijn. De hoofdconstructeur weet waar de kritieke onderdelen liggen op zijn project en heeft binnen de ontstane werksituatie een taak om de bouwbegeleiders en aannemer goed te instrueren.

6. Bouw- en Woningtoezicht
De bouwbegeleiders dienen zich goed te realiseren dat er geen beton gestort mag worden zonder dat de tekeningen en berekeningen door Bouw- en Woningtoezicht zijn goedgekeurd en dat deze gegevens op de bouwplaats beschikbaar zijn.
Niet alle gemeenten zijn zich bewust van deze verantwoordelijkheid van de bouwbegeleiders. Ook zijn er gemeenten die zelf geen directe invulling van de controle kunnen verzorgen waardoor zaken niet tijdig op de bouwplaats aanwezig zijn. Als de goedkeuring ontbreekt voordat men wil gaan storten, dan mag de bouwbegeleider geen toestemming geven voor het storten van beton. Er dient overleg plaats te vinden tussen de constructeur, de bouwdirectie en de gemeente. Daarbij kunnen mogelijk goede werkafspraken worden gemaakt.



Financiën Organisatie