1. Geschatte hoeveelheden
In paragraaf 38-2 van de UAV is aangegeven dat bij een afwijking van meer dan 10% kan worden verrekend. Dit kan dus meer zijn, maar ook minder! Hoe krijgt de bouwbegeleider inzicht in de juiste hoeveelheden, voor zover dit voor de opdrachtgever interessant kan zijn. Dit kan alleen door de beschikking te krijgen over de buigstaten van de vlechtcentrale (prefab wapening) of van de vlechter. Daarnaast is overleg met de constructeur van belang om een juiste inschatting vooraf te kunnen maken.
2. Hulpstaal
Hieronder verstaan we bijvoorbeeld transportwapening. Hulpstaal is geen onderdeel van ‘geschatte hoeveelheden’ in de zin van de UAV. Ook bijlegstaal, binddraad en knipverlies horen hier niet bij.
Dit item kan dan ook geen onderdeel zijn van een verrekening of een financieel probleem opleveren. Wel dient men alert te zijn bij geschatte of verrekenbare hoeveelheden dat een deel hulpstaal kan zijn.
3. Afstandshouders
Dit is een belangrijk onderdeel van de wapening. Normaal gesproken geeft dit geen aanleiding voor verrekening. Het komt echter voor dat er geen kunststof afstandshouders mogen worden toegepast bij brandwerende betonconstructies. Bij de bemonstering kan dit aan de orde worden gesteld.
De verrekening vindt dus plaats als zaken niet goed omschreven staan in het bestek, dan wel vergeten zijn.
4. Drukvloeren
Soms is niet duidelijk of we te maken hebben met een echte druklaag op bijvoorbeeld een prefab vloer en of deze wel of niet gewapend dient te zijn. Een druklaag is een wezenlijk onderdeel van de constructie; in dit geval hebben we het dan over een systeemvloer, zoals een combinatievloer.