Inhoud


Planning Inspectielijst

Techniek

Tijdens het aanbrengen van de vloersystemen is het belangrijk om een volledige verdieping, of een deel daarvan, als werkruimte te kunnen aanbieden. Over het aanbieden van deze ruimte dienen goede afspraken gemaakt te zijn. Bezemschoon of stofvrij, daartussen zit enig verschil. Sommige installaties kunnen worden aangebracht vooruitlopend op het vloersysteem, andere uitsluitend achteraf.

1. Werktemperatuur
Er moet worden vastgesteld of de werktemperatuur toelaatbaar is voor de toegepaste materialen, bijvoorbeeld lijm. Tevens moet worden vastgesteld of de ondergrond droog genoeg is voor het toepassen van de lijmen.

2. Keuring ondervloer
In het algemeen verdient het aanbeveling de ondervloer gescheiden te schouwen alvorens een aanvang wordt gemaakt met de verhoogde vloeren. Indien mogelijk dient de onder-/nevenaannemer bij deze schouw aanwezig te zijn. Men kan stellen dat dit bij onderaanneming een zaak is voor de hoofdaannemer. In de praktijk blijkt echter telkens weer dat een probleem bij de schouw van de oplevering eerder had kunnen worden onderkend en daarom had kunnen worden vermeden.

3. Schoon aanbieden van de ondervloer
Nadat de eventuele opmerkingen na het schouwen zijn verholpen, moet de vloer stofvrij worden gemaakt ten behoeve van de verlijming en tevens als aanloop van de schouw na gereedkomen van de verhoogde vloer. Afhankelijk van de bestekseisen dient de vloer later nog geheel stofvrij te worden gemaakt.

4. Installaties
Denk bij het aanbrengen van de installaties aan het testen, met name de bekabeling, en het keuren van installaties. Inschakeling van de adviseur is hierbij noodzakelijk. Denk aan overlengte van de kabels en leidingen.

5. Vloeraansluitingen
De bouwbegeleider zal bijzondere aandacht schenken aan alle vloerbeëindigingen. In het gebruik is het storend dat de overgangen van een verhoogde vloer naar een ander type vloer niet gelijk liggen. Ook bij het gebruik van pastegels dient ervoor gewaakt te worden dat voldoende ondersteuning aanwezig is.

6. Aanbrengen tapijt
De in de verhoogde vloer aanwezige vloeraansluitingen moeten goed aansluiten op de tapijttegels. Uit de bemonstering moet blijken hoe de tegels gelegd moeten worden, namelijk om en om of in de lengterichting van het patroon.

7. Plinten
Pas nadat de tapijttegels zijn aangebracht, worden de plinten aangebracht. Voor de hand ligt een keuze van een dunne plint, bijvoorbeeld aluminium of kunststof, die het uitnemen van een tegel niet in de weg staat.



Planning Inspectielijst