1. Terreingrenzen
Er mag geen onduidelijkheid bestaan over de grenzen van het gekochte terrein. De architect dient te beschikken over een kadastrale tekening die als onderlegger is gebruikt bij de verkoop / aankoop van het terrein.
2. Inventarisatie eisen gemeente
De architect stelt zich vooraf op de hoogte van de eisen en wensen van de gemeente, inzake de openbare gebieden en het eigen terrein en ontwerpt mede op basis hiervan het terrein binnen de eigendomsgrenzen.
3. Terreininrichtingstekening
Deze is onderdeel van de aanvraag van de omgevingsvergunning. De hierop aangegeven bestratingen moeten correct zijn weergegeven en vormen wel of geen onderdeel van het contract tussen opdrachtgever en aannemer. Voor de opdrachtgever is het van belang dat alle te realiseren onderdelen staan aangegeven op deze tekeningen, los van de vraag wie wat gaat aanbrengen. Hij kan hiermee zijn budget vaststellen, dus niet alleen het type bestrating maar ook terreinverlichting, meubilair, afvalbakken, postbussen, tuinen met beplanting, enz.
4. Peilhoogtes
Omdat niet altijd duidelijk is wat de NAP-hoogte is of wordt voor de start van de uitvoering, dient de terreininrichtingstekening te worden gecontroleerd op de NAP-hoogtes. Dit geldt dan niet alleen voor het gebouw, maar tevens voor de omliggende bestratingen. Denk hierbij ook aan de inritten van wegen en parkeergarages. Denk hierbij om de hoogtes van de onderling delen van het terrein; het water moet van het gebouw aflopen.
5. Bestek
In dit contractstuk moet duidelijk zijn aangegeven welke straatstenen toegepast moeten worden. Samen met de ondergrond zal de bouwbegeleider nagaan of de beschreven bestrating voldoet aan de gestelde eisen. Zo zal vrachtverkeer een betere ondergrond en een zwaardere klinker vragen dan een voetgangersgebied. Indien naar het oordeel van de bouwbegeleider omschrijvingen niet voldoen aan de gestelde eisen, dan zal hij de opdrachtgever informeren.