1. Controle in fabriek
Het verdient aanbeveling om vooraf en tijdens de productie van de stalen liggers en kolommen een bezoek te brengen aan de fabriek. Naast de hoofdaannemer en de constructeur kan ook de inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht worden uitgenodigd voor dit werkbezoek. Dit bezoek is niet alleen nuttig om een indruk te krijgen van de fabriek, het kan ook noodzakelijk zijn om onderdelen te keuren alvorens deze een conservering krijgen.
2. Controle onderdelen
Belangrijk onderdeel van de controle is de kwaliteit van het staal zelf. In veel bestekken wordt verwezen naar de opgave van de constructeur. Dit moet voor de bouwbegeleider de bron zijn voor zijn project. Een ander belangrijk te controleren onderdeel is het laswerk. Ook hiervan moeten de afmetingen zijn vastgelegd. Echter, de minimale lasafmeting is 4 mm.
3. Niet-destructief onderzoek
Als het bestek dit aangeeft, moeten lassen worden onderworpen aan een niet-destructief onderzoek. Er zijn 5 onderzoeksmethoden:
Ook als het bestek dit niet aangeeft kan er reden zijn om dit te verlangen. Een en ander in overleg met de constructeur.
4. Oppervlaktebehandeling
Meest gebruikelijke systemen zijn thermisch verzinken en het aanbrengen van coatings. Beide systemen kennen hun eigen voorbehandelingen zoals reinigen door stralen en ontvetten en zijn bedoeld als eindafwerking. Ook kan een schildersysteem worden toegepast. In dat geval moet een verfadvies worden opgesteld. Als onderdelen in een vochtig milieu zijn gepositioneerd, dan is het van belang om na te gaan welke eisen de gemeente hanteert. Een verfadvies kan ook voorzien in reparatievoorstellen, als coatings zijn toegepast.
5. Maatvoering
In het bestek moet zijn aangegeven hoe groot de maatafwijkingen mogen zijn van de te stellen staalconstructie. Dit gegeven is ook een uitgangspunt voor de berekeningen en geeft inzicht in de nauwkeurigheid van de te stellen ankers. Geeft het bestek hierover geen uitsluitsel, dan moet alsnog een tolerantie worden vastgesteld in overleg met de aannemer en de constructeur. Bij het constateren van grotere maatafwijkingen moet de constructeur worden geïnformeerd.
6. Werkplan
Uit het opgestelde of nog op te stellen werkplan van de aannemer moet af te leiden zijn of, en zo ja, hoeveel hulpconstructies nodig zijn voor het stellen van de staalconstructie. Vandaar het belang van een werkplan, specifiek voor dit onderdeel. Ook tijdelijke onderstempeling behoort te zijn omschreven. De constructeur zal goedkeuring moeten geven op dit werkplan.
7. Laswerk op de bouw
Het is niet overdreven dat wordt gevraagd naar een lasdiploma van de lasser. Lassen doet men niet zomaar, dit vereist vakmanschap en ervaring. Denk vooral ook aan het conserveren van laswerk.
8. Bouten en moeren
Ook voor deze verbindingen geldt dat zij moeten zijn berekend door de constructeur. Dit geldt niet alleen voor de afmetingen, maar ook voor de sterkte. Let ook op de kracht waarmee deze bouten aangedraaid moeten worden! Hoe kan dit gecontroleerd worden? Bespreek dit met de aannemer.
9. Veiligheid
Dit onderdeel is belangrijk genoeg om hier separaat aandacht aan te besteden in de voorbereidingen, bijvoorbeeld tijdens een werkvergadering. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden moeten voor het aanbrengen van een staalskelet maar voor één uitleg vatbaar zijn.