Inhoud


Regelgeving Planning

Organisatie

Een juiste volgorde in bewerkingen is voor dit onderdeel van groot belang. Vanuit het ontwerp moet de constructeur een staalconstructietekening en -berekening op stellen. Om die reden is het belangrijk na te gaan of dit binnen de opdracht van de hoofdconstructeur is besloten. Dit lijkt een overbodige opmerking, maar het zal niet de eerste keer zijn dat dit niet is geregeld. Ook de expertise van staalconstructiebedrijven kan aanleiding zijn om de opzet van een staalskelet te wijzigen, waarbij organisatorische aanpassingen noodzakelijk zijn.

1. Bestek en bestektekeningen
Gelden als uitgangspunt voor dit controleplan. Deze stukken moeten compleet zijn. Bij de aanbesteding van een project accepteert een aannemer deze stukken of stelt nadere vragen om ontbrekende gegevens aan te vullen. Als de aannemer aanvullende vragen heeft gesteld, is het mogelijk dat deze aanleiding zijn voor een Nota van Wijzigingen op het bestek. Bij ontwerpen met een staalskelet kan de staalconstructie als een separate bestektekening zijn bijgevoegd.

2. Werktekeningenfase
Doorgaans zal de constructeur of staalleverancier de werktekeningen maken van een staalskelet. Veelal zal hij ook de basis van het skelet hebben aangereikt ten behoeve van de bestektekeningen van de architect. Soms wordt het produceren van werktekeningen aan een aannemer overgelaten, dit kan een bestekseis zijn. De aannemer zal dan ongetwijfeld zijn deskundigen inzetten, bijvoorbeeld de leverancier van de staalconstructie. Als dit het geval is, zal ten minste moeten worden nagegaan of de aanwezige detaillering voldoende basis geeft voor de uitwerking van de tekeningen. Ontbreken belangrijke details, dan moet de hoofdconstructeur toch de richting aangeven waarlangs het plan verder kan worden ontwikkeld. Het is een goed gebruik om de hoofdconstructeur eindverantwoordelijke te maken voor alle constructieberekeningen, dus ook die door derden vervaardigd worden. Dit houdt in dat de hoofdconstructeur alle constructietekeningen en -berekeningen van derden controleert.

3. Productietekeningen
Als de staalleverancier op basis van tekeningen van de constructeur productietekeningen gaat maken, dan is een sluitende controleronde nodig. Zowel de architect als de constructeur zijn partij in deze controleronde. Dit is ook van belang als de staalleverancier zelf werktekeningen maakt. Ontbrekende berekeningen moeten in dit stadium volstrekte helderheid verschaffen in de stand van zaken. Essentieel in deze fase is een correcte omschrijving van staalkwaliteit, afwerkingen, las- en boutmaten, zeeg en/of toog en wel of niet bevestigen van verankeringen (spouwankers).

4. Sparingen
De benodigde sparingen vormen een apart onderdeel binnen de staalconstructie. Binnen de tekeningenprocedure moet ruimte worden gemaakt voor het opgeven van sparingen ten behoeve van de technische installaties.

5. Goedkeuring tekeningen
Bij een staalskelet van enige omvang moet wellicht goedkeuring van Bouw- en Woningtoezicht worden verkregen alvorens kan worden aangevangen met de montage. De bouwbegeleider kan dit bespreken met de constructeur.

6. Verfadvies
In dit stadium kan het van belang zijn dat een verfadvies wordt opgesteld met het oog op de voorbehandeling, en zeker met het oog op het afschilderen. De staalleverancier moet betrokken worden in het uiteindelijke advies, aangezien hij mogelijk beperkingen heeft met een applicatiemethode of voordelen heeft met betrekking tot inkoop bij bepaalde verffabrikanten.

7. Thermisch verzinken
Als onderdelen van de staalconstructie verzinkt moeten worden, dan gebeurt dat meestal niet bij het staalconstructiebedrijf maar elders. De bouwbegeleider kan overwegen de staalconstructie te (laten) keuren voordat deze wordt afgevoerd naar de verzinkerij (beoordeling laswerk e.d.). Een volgende keuring, nadat het verzinken gereed is, kan worden overwogen voordat de onderdelen worden aangevoerd op het project. Mochten er problemen zijn met het verzinken, dan kan door deze separate keuring tijdverlies worden beperkt.

8. Werkplan
Al of niet bestekmatig vereist, het loont in veel gevallen de moeite dat voor de staalconstructie een werkplan wordt gemaakt door de aannemer. Hij kan zelf zijn knelpunten in de voorbereiding aangeven en heeft zo grip op de voorbereiding en de volgorde van de uitvoering. Eventuele verankeringen en/of tijdelijke windverbanden kunnen hier worden beschreven.

9. Inzet materieel
Voor het geval de aannemer transportmaterieel wenst in te zetten op bestaande vloeren, moet vooraf worden aangetoond dat de belastingen die hiermee gepaard gaan toelaatbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan heftrucks of kleine kranen.

10. Veiligheid
Met betrekking tot dit onderdeel moet de bouwbegeleider beschikken over het V&G-plan ontwerpfase. Hierin moeten de risico’s staan aangegeven waar een aannemer vooraf rekening mee heeft moeten houden. Staan in dit plan geen bijzondere risico’s vermeld, dan mag de bouwbegeleider ervan uitgaan dat het V&G-plan uitvoeringsfase zich richt op de productie, het transport en de wijze van aanbrengen.



Regelgeving Planning