Inhoud


Regelgeving Planning

Organisatie

Panelenplafonds zijn kwetsbaar. De hele organisatie rondom dit onderdeel moet erop gericht zijn dat elk paneel slechts dan wordt aangebracht als zeker is dat men niet meer boven de plafonds hoeft te zijn, anders dan voor regulier onderhoud. In de meeste gevallen zit er veel techniek boven de panelenplafonds. Vaak komt de gebruiker in de eindfase nog met aanvullende wensen, waardoor plafonds toch weer open moeten.

1. Vaststellen tekeningenprocedure
Aan de hand van de aandachtspunten uit hoofdstuk Ontwerp moet de procedure worden afgesproken. Maak gebruik van de digitale mogelijkheden om onderleggers beschikbaar te stellen. Hanteer als uitgangspunt dat uiteindelijk alle plafonds moeten worden uitgetekend.

2. Vaststellen geheel of gedeeltelijk aanbrengen panelen
Een plafond waar alleen bandraster armaturen in worden aangebracht, zal in de regel als één geheel kunnen worden dicht gelegd. Wanneer er sprake is van meer geavanceerde installaties, kan dit aanleiding zijn tot het in eerste fase aanbrengen van ‘technische panelen’ en naderhand het restant van de panelen. Het kan wenselijk zijn hiervoor een ‘vlekkenplan’ te maken. Een tekening waarop is aangegeven welke panelen in de eerste fase moeten worden aangebracht.

3. Organisatie proefplafond
Bespreek de locatie en het tijdstip waarop een proefplafond moet worden aangebracht. Gebruik dit proefplafond optimaal. Laat alle verlichtingsarmaturen hierin opnemen, evenals alle ventilatieroosters. Denk ook aan de noodverlichtingsarmaturen, deze willen nog wel eens aanleiding geven voor het aanbrengen van achterhout.

4. Doorspreken drukschotten
Op plaatsen van kantoorscheidende binnenwanden kunnen drukschotten staan aangegeven op tekeningen of in het bestek. Deze moeten als geluidwering tussen kantoorvertrekken onderling of tussen kantoor en ganggedeelte. Wellicht zal een geluidmeting worden georganiseerd. Bij een goed uitgevoerde geluidmeting kan men de geluidslekken redelijk bepalen. De uitvoering van de drukschotten luistert erg nauw. Het juiste type is van belang, maar ook de wijze van uitvoering en de eventuele doorvoeringen van elektrapijpen en de afwerking hiervan zijn van invloed op het uiteindelijke resultaat. Het is in dit kader belangrijk dit goed te organiseren en te controleren om te kunnen voldoen aan het oorspronkelijke uitgangspunt, namelijk elk paneel maar één keer aanbrengen.

5. Bespreken brandwerende sparingen
De sparingen die in brandcompartimenteringen zijn gehouden voor het doorvoeren van installatie-onderdelen moeten, nadat de installaties zijn aangebracht, brandwerend worden afgedicht. Het kan voorkomen dat iedere installateur dit voor zijn eigen onderdelen moet regelen. Wellicht kan dit worden gecoördineerd. Ook hier geldt dat dit een logische plaats krijgt in de procedure.

6. Bespreken controleprocedure
Er zijn een aantal momenten waarop controles moeten worden uitgevoerd. In dit kader moet worden afgesproken wie wat controleert en wanneer. Ook de wijze van verslaglegging moet worden besproken.

7. Bespreken controle door brandweer
De bouwbegeleider moet ervoor zorgen dat in de procedure ruimte aanwezig is voor een controle door de brandweer. Tevens zal hij de brandweer tijdig uitnodigen.

8. Bespreken testprocedure installaties
Nadat de installateurs hun eigen installaties hebben getest, zal de adviseur van de installaties een opleveringscontrole gaan houden. Dit kan inhouden dat installaties steekproefsgewijs worden getest. Voor een controle van luchtsnelheden moet de adviseur boven het verlaagde plafond kunnen komen. Wellicht kan de bouwbegeleider deze controle in een eerder stadium laten uitvoeren, zonder dat panelen weer open moeten.

9. Bespreken procedure indien plafond naderhand open moet
Ondanks alle goede voorzorgsmaatregelen kan er aanleiding zijn om het plafond naderhand open te moeten maken. Het verdient aanbeveling om hierover afspraken te maken met de aannemer en met de opdrachtgever/gebruiker. Een optie is om de plafondaannemer in te schakelen die als enige partij panelen uitneemt en weer teruglegt.

10. Goedkeuring tekeningen
De installateurs moeten hun installatietekeningen ter goedkeuring indienen bij Bouw- en Woningtoezicht. Voordat met de plafondwerkzaamheden kan worden begonnen, moeten de tekeningen door deze dienst zijn beoordeeld en geretourneerd op het project. De eventuele opmerkingen van deze dienst en in het verlengde hiervan de brandweer, moeten zijn doorgesproken en verwerkt op tekening. Met name brandkleppen in ventilatiekanalen en noodverlichtingsarmaturen kunnen nog wel eens gecorrigeerd worden.



Regelgeving Planning