Inhoud


Planning Inspectielijst

Techniek

Boven de lamellenplafonds is veel techniek weggewerkt. Denk hierbij aan riolering, HWA, water- en
CV leidingen, koelleidingen, elektra- en dataleidingen, ventilatiekanalen enz. In het lamellenplafond zelf zitten de nodige verlichtingsarmaturen en ventilatieroosters. Ook koelpanelen kunnen worden opgenomen in dit systeem. Daarom is een proefplafond wenselijk.

1. Proefplafond
In een hiervoor beschikbare ruimte, bijvoorbeeld een bouwkeet of een mockup ruimte, moet een proefplafond worden aangebracht. Alle ontmoetingen van het plafond zelf kunnen hier worden gesimuleerd. Daarnaast kunnen van alle installatie-onderdelen monsters worden aangebracht om te beoordelen of de wijze van aanbrengen nog extra overleg behoeft. Een te zwaar rooster kan bijvoorbeeld aanleiding zijn dat een lamel van het plafond gaat doorhangen en vraagt dan extra ophanging of een grondplaat.

2. Installatiecomponenten aanbrengen
Het kan voorkomen dat bepaalde installatie-onderdelen een eigen ophanging krijgen aan de daarboven gelegen vloer. Deze werkzaamheden moeten zijn uitgevoerd voordat de plafondaannemer start met het ophangsysteem. Het spreekt voor zich dat de hoogtemaatvoering vrijwel geen toleranties mag kennen. Tijdens deze werkzaam¬heden kan een controle worden ingelast van de hoogte van de overige installaties.

3. Keuring installaties boven plafond
De bouwbegeleider (de installatieopzichter(s)) moet (moeten) de installaties keuren en eventuele tekortkomingen moeten tijdig worden hersteld. Belangrijk is het onder lucht- of waterdruk afpersen van de waterzijdige installaties en de controle van isolatie van kanalen. Hierna kan de leiding- en kanaalisolatie worden aangebracht.

4. Keuring bouwkundig (drukschotten) boven plafond
Alle bouwkundige elementen moeten gekeurd worden. Het is goed om een vooropname te doen in het kader van de opleveringsprocedure. De bouwbegeleider wil zekerheid dat alle onderdelen boven het lamellenplafond correct zijn voordat de lamellen worden aangebracht. In dit kader moeten ook alle brandwerende sparingen worden gekeurd.

5. Aanbrengen bandraster
De ruimten moeten opgeruimd en schoon ter beschikking worden gesteld aan de plafondaannemer. Veelal wordt met een lasertoestel de hoogte van randlatten en het ophangsysteem aangegeven.

6. Aanbrengen technische lamellen
Vaak worden lamellen waarin spots en roosters worden gemonteerd als eerste aangebracht. Daarna worden met name de roosters aangesloten op het kanalenstelsel door middel van vaste kanalen of akoestische slangen.

7. Stijggoten elektra
In deze periode moeten de stijggoten ten behoeve van de elektra worden aangebracht. De bekabeling mag niet los uit het plafond komen te hangen.

8. Instellen, testen en keuren installaties
Alvorens het plafond kan worden gesloten, moeten de installatie-onderdelen worden nageregeld en getest. Dit moet door de installateurs zelf worden uitgevoerd. Men kan overwegen de keuring van de totale installaties boven het plafond in dit stadium uit te voeren.

9. Dichtleggen plafond
Als laatste fase van deze bewerking kan het plafond worden dichtgelegd. Indien er hierna nog werkzaamheden worden uitgevoerd in de ruimte, waarbij het risico van beschadigen aan de lamellen aanwezig is, kan het verstandig zijn een vooropname te doen van de plafonds. De bouwbegeleider heeft dan een beeld van de kwaliteit van het plafond. Dit moet zeker gebeuren als derden werkzaamheden gaan uitvoeren. De hoofdaannemer blijft wel verantwoordelijk tot de oplevering.

10. Buitenplafonds
Bij toepassing buiten worden soms extra eisen gesteld aan het materiaal (vochtig en zout milieu) en aan de stormverankering.



Planning Inspectielijst