1. Keuring ondergrond
Voordat met het aanbrengen van de dakbedekking kan worden aangevangen, moet de ondergrond gekeurd worden. In dit kader verstaan we onder dakbedekking ook het isolatiepakket. Als het afschot wordt gevormd door de ondergrond, dan wordt aanbevolen om een hoogtemeting te (laten) verrichten om te beoordelen of het afschot voldoet. Als men dit nalaat en er blijft water staan op de dakbedekking, dan is dit zeer moeilijk oplosbaar.
2. Aanbrengen dampremmende laag
Uit praktische overwegingen kan het verstandig zijn om als eerste laag een waterdichte dampremmende laag aan te brengen in de vorm van een gebitumineerde polyestermat. Dit in plaats van een PE-folie. Het aanbrengen van de definitieve
dakbedekking kan dan op een later tijdstip
plaatsvinden om de aannemer gelegenheid te geven voor bouwkundige zaken, zoals een dakopbouw voor installaties. De extra
kosten die hiermee gemoeid zijn moeten opwegen tegen de beschermende maatregelen die de aannemer moet treffen bij het werken vanaf een definitieve dakbedekking.
3. Keuring materialen
Aangevoerde materialen moeten voldoen aan de goedgekeurde bemonstering. Bij toepassing van PS-isolatie moet worden nagegaan of deze brandvertragend is en voldoet aan de vereiste drukvastheid. De eventuele ballastlaag van grind moet worden gekeurd, aangezien deze meestal niet is bemonsterd.
4. Aanbrengen isolatie
Het bestek geeft een minimale R-waarde aan. Daarbij is het belangrijk om na te gaan of het afschot moet worden uitgevoerd in één of twee richtingen. Denk bij het aanbrengen van isolatie aan een verdiept gedeelte ter plaatse van een regenwaterafvoer. Bij isolatie die wordt bevestigd aan de ondergrond, bijvoorbeeld bij stalen dakplaten, geeft een berekening aan hoeveel parkers nodig zijn per m². Indien de onderzijde van een stalen dak in het zicht komt, moeten visuele eisen worden gesteld aan deze parkers. De parkers zelf, en de schotels waarmee de isolatie wordt vastgehouden, moeten voldoen aan de berekening van de dakdekker. Al deze materialen zijn getest en voorzien van een attest dan wel een productcertificaat.
5. Aanbrengen dakbedekking
De kunststof dakbedekking blijft een kwetsbaar product. In de periode dat de dakbedekking wordt aangebracht, inclusief het aanbrengen van de ballastlaag, moet al het bouwverkeer op het dak in de vorm van mensen, kruiwagens en andere zaken, zoveel mogelijk worden vermeden. De meeste zorg moet worden besteed aan randafwerkingen, bij dakopstanden en aansluitingen bij dakdoorbrekingen. Het dakboekje van BDA geeft richtlijnen voor detailleringen hiervan.
6. Aanbrengen ballastlaag
Schoongewassen grind is noodzakelijk in afmetingen conform het bestek. Bij hoge gebouwen is grover grind nodig dan bij lagere gebouwen. Bij daken waar men zicht op heeft, bijvoorbeeld bij hoger gebouwde kantoren, wil men soms een gekleurde ballastlaag toepassen. Los van looppaden naar te bereiken plaatsen, geeft een uitgevoerde windberekening aan dat op bepaalde plaatsen deze vorm van ballast moet worden uitgevoerd in zware betontegels. Met name op de hoeken van gebouwen komt dit voor.
7. Dakdoorbrekingen
Bij dakdoorbrekingen mogen uitsluitend kunststof plakplaten worden toegepast van hetzelfde type kunststof als de dakbedekking. Bij HWA en noodoverlopen moet worden voorkomen dat grind in de afvoeren kan komen.
8. Controle werkzaamheden
Het kan gebeuren dat extra toezicht op de dakbedekkingswerkzaamheden plaatsvindt. Zo kan een verzekeringsmaatschappij langskomen voor een kwaliteitscontrole vanuit de achtergrond dat zij de dakbedekking voor de garantieperiode moeten verzekeren. Soms is een extra controle van een adviseur (BDA) gewenst.