1. Isoleren
In de plafondprocedure is het koelwaterleidingnet onderdeel van de controle door de adviseur. Hij zal per aan te sluiten element de aansluitingen en de isolatie nazien en de kwaliteit hiervan bewaken. De naad van de isolatie dient bij voorkeur aan de onderzijde aangebracht te worden.
2. Sparingen
Nadat de leidingen zijn aangebracht, moeten de sparingen worden afgewerkt. Met de installateur moeten hierover integrale afspraken worden gemaakt, omdat deze sparingen onderdeel kunnen zijn van meer af te dichten sparingen. Brandwerend afgedichte sparingen moeten worden gecontroleerd door de brandweer voordat zij aan het oog worden onttrokken.
3. Leidingen
Leidingen moeten worden ondersteund dan wel worden opgehangen. De adviseur zal nader aangeven waar deze ondersteuning en ophanging aan moeten voldoen. Bij stalen leidingen moet er zorgvuldig gemenied worden, zeker ter plaatse van de ophangbeugels. Leidingen die door sparingen zijn aangebracht moeten ook geïsoleerd worden in de sparingen zelf.
4. Testen
Als de koelinstallatie gereed is, zal de installatie getest moeten worden. De adviseur moet hierbij aanwezig zijn. Hij zal vervolgens een testrapport moeten ontvangen. Pas daarna kan de opleveringsprocedure in gang worden gesteld. Naast het controleren van de primaire functie (koelen), moet aandacht worden geschonken aan de geluidsproductie en het trillen.
5. Opleveren
Splitunits moeten elk afzonderlijk gecontroleerd worden op een goede werking. Bij centrale installaties kan men volstaan met het uitvoeren van testen in een aantal kantoorvertrekken. Denk aan de aanwezigheid van het logboek bij de oplevering alsmede een set revisietekeningen.