1. Controle verplichte borden
Zoals toegang tot het terrein, gebruik van beschermingsmiddelen. De bouwbegeleider controleert of deze borden correct zijn aangebracht. Bezoekers dienen zich te melden bij de uitvoering en er dient te zijn aangegeven dat helmen en veiligheidsschoenen verplicht zijn. Ook het gebruik van BPM’s moet vermeld worden. Ook is het mogelijk dat er borden geplaatst worden die aan geven dat er camera’s zijn geplaatst. Enerzijds voor bewaking, anderzijds om timelap foto’s te maken en dan dienen de borden als informatie in het kader van de privacy. Anderzijds dient er gekeken worden of er borden geplaatst moeten worden in het kader van diverse regels die op een bouwwerk gelden: zoals het niet gebruiken van mobiele telefoons, het gebruik van parkeerplaatsen in de omgeving, niet lunchen in het bouwwerk, niet gebruiken van radio’s enz.
2. Maatvoering
Verklikpunten rooilijnen en peil: nadat de rooilijnen en het peil zijn aangegeven door de gemeente, zullen deze op een aantal locaties moeten worden geborgd. Het verdient aanbeveling dit op de tekening inrichting werkterrein aan te geven. Indien het referentiepunt voor het peil ver vanuit de rooilijn wordt gemeten, dan verdient het aanbeveling om te controleren of het terreinniveau – in de uiteindelijke toestand – goed verloopt naar het gebouw toe.
In het kader van de digitalisering van de bouw, gebeurd de maatvoering en daarmee het vastleggen van de rooilijnen en peilen tegenwoordig via het Total Positioning System of Total Station System. Ook de gemeenten werken met zulke systemen. En de aannemers zetten tegenwoordig het gehele werk uit met digitale maatvoering. Het blijft voor de bouwbegeleider een goed zaak om hier en daar middels de oude methodieken controles uit te voeren.
3. Opname bestaande toestand
Het is van belang dat de bestaande situatie van een terrein, maar zeker ook die van het aansluitende terrein, wordt vastgelegd. Denk bijvoorbeeld aan een inrit van het terrein die na het gereedkomen van het werk in de oude staat moet worden hersteld. Of een bestaande weg die dwars door een bouwterrein loopt, waar zwaar verkeer overheen gaat. Om discussies achteraf te vermijden, kan de bouwbegeleider de aannemer erop wijzen de bestaande toestand vast te leggen door middel van foto’s. Indien het werkterrein zelf aanleiding geeft tot het opnemen van de belendingen, dan dient hiervoor een expertisebureau te worden ingeschakeld. Denk bijvoorbeeld aan het slopen van een pand dat is ingebouwd.
4. Schoonhouden bouwwegen
In de fase van het grondwerk, maar ook later, moeten afspraken worden gemaakt over het schoonhouden van bouwwegen en inritten. In sommige gevallen moet dit met de gemeente worden besproken.
5. Reclameborden en doeken
De bouwbegeleider zal toezien op een deugdelijk reclamebord en, zo nodig, een sterkte¬berekening hiervan vragen. Een omgewaaid reclamebord is negatieve reclame, los van de schade die dit kan veroorzaken. Stem de uitvoering van het reclamebord goed af met de aannemer en laat deze vooraf een tekening ter goedkeuring voorleggen aan de bouwdirectie. Let op bij het plaatsen van reclame doeken aan bouwhekken en steigers in verband met windbelasting enz.
6. Wateronttrekking
Hier wordt een vorm van bemaling bedoeld. Indien op het project sprake is van bemalingen, dan moet worden besproken hoe dit wordt uitgevoerd en hoe de bewaking ervan geschiedt. Wat gebeurt er als er een pomp uitvalt, is er een reservepomp aanwezig? Wordt deze dan regelmatig getest? Hoe is de controle op de kwaliteit van het afgevoerde water geregeld? Hoe is de bemetering van de hoeveelheid te bemalen water geregeld in verband met de betaling van belasting?
7. Aan- en afvoerroute bouwterrein
Bij binnenstedelijke gebieden kan sprake zijn van een moeilijk toegankelijk bouwterrein, bijvoorbeeld door voetgangersgebieden. In dat geval is overleg met de gemeente (politie) noodzakelijk om afspraken te maken over tijden waarop gebruik kan worden gemaakt van de aan- en afvoerroutes.