1. Kadastrale tekening behorende bij het contract
De bouwbegeleider zal moeten nagaan waarop de architect zijn besteksituatietekening heeft gebaseerd. Als hiervoor de nodige informatie is uitgewisseld met het Kadaster, kan een controle snel worden afgehandeld. De terreingrenzen dienen duidelijk te zijn aangegeven, alsmede de kavelnummering. Daarnaast dienen mogelijke andere zaken te worden gecheckt, deze zijn nader uitgewerkt in andere controleplannen en in Stabu hoofdstuk 01 ”Voor het werk geldende voorwaarden” en Stabu hoofdstuk 05 “Bouwplaatsvoorzieningen”.
2. WION – KLIC-melding
Het is volgens de WION (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten) noodzakelijk om een klic-melding te doen als je de grond mechanisch gaat roeren. Het is voor aannemer dan ook zaak deze klic-gegevens op het werk te hebben als hij er mechanische graafwerkzaamheden laat doen.
Het kan in bepaalde situaties nuttig zijn om bij de nutsbedrijven tekeningen op te vragen van de aanwezige nutsleidingen in het terrein en rondom het terrein. Het geeft inzicht in de mogelijkheden van aansluitingen van de diverse energievoorzieningen. Bovendien kunnen de tekeningen van invloed zijn op de tekening inrichting werkterrein van de aannemer. Een bouwkeet die is geplaatst op een bepaalde leiding kan later aanleiding geven tot problemen.
In de meeste gevallen is besteksmatig geregeld dat de aannemer een zogenaamde KLIC (Kabels en Leidingen Informatie Centrum) melding moet verzorgen. Deze dienst zal informatie kunnen verstrekken over aanwezige kabels en leidingen. Hierbij wordt opgemerkt dat deze informatie lang niet altijd volledig is.
KLIC heeft betrekking op kabels en leidingen en het registreren van netwerken. Wie in het kader van de WION informatie over een netwerk heeft aangeleverd, heeft hiermee niet automatisch de juiste informatie voor het registreren van een netwerk aangeleverd. En wie een netwerk bij het Kadaster registreert, voldoet niet automatisch aan de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION).
3. Aanvaarding bouwterrein door aannemer
In het bestek dient te zijn geregeld onder welke condities de aannemer een terrein accepteert als bouwterrein en welke voorwaarden daarbij van kracht zijn. Ook dit kan een relatie hebben met de tekening inrichting werkterrein.
Bij renovatieprojecten waarbij geen of weinig vrije ruimte rondom het project aanwezig is, zal de aannemer mogelijk gebruik willen of moeten maken van het openbare terrein. Het is zelfs denkbaar dat er een relatie ontstaat met het V&G-plan ontwerpfase. Als er helemaal geen ruimte aanwezige is rondom het project, dan zal dit moeten zijn aangegeven als een V&G-risico waarvan de aannemer kennis moet hebben bij de inschrijving.
Is de bouwbegeleider betrokken bij de aanvaarding van het terrein, dan zal hij dienen vast te leggen wat er aan de aannemer wordt overgedragen, hij maakt dan een proces-verbaal van overdracht.
4. Ontwerp terreininrichting door architect
Op zijn minst dient er een concept terreinontwerp beschikbaar te zijn. Deze tekening is een basis voor het beoordelen van de tekening inrichting werkterrein van de aannemer. Bij de aanleg van parkeerplaatsen nabij de oplevering kan bijvoorbeeld een bouwwateraansluiting een obstakel zijn.
5. V&G plan ontwerpfase
Tegelijk met het ontwerpen van het terreininrichting dient de architect een V&G-plan ontwerpfase inzake het terrein aan te leggen. Alle veiligheidsrisico’s die hij niet kan vertalen in een bestek of bestektekening dient hij hierin aan te geven. Een aannemer kan hier rekening mee houden met zijn begroting.
6. Tekening inrichting werkterrein
De aannemer zal een tekening moeten aanleveren waarop staat aangegeven hoe hij het bouwterrein zal gaan inrichten. Hierbij zijn de volgende gegevens van belang om te controleren:
Vragen die de bouwbegeleider zichzelf moet stellen en mogelijk de aannemer.