1. Tekeningenprocedure
Met betrekking tot de voortgang van de werktekeningen moet in veel gevallen enige voorrang worden gegeven aan de terreinriolering en de eventuele drainage. Hiervoor dienen afspraken te worden gemaakt en mogelijk een tekeningenroulatieschema te worden opgesteld. Duidelijk moet worden wie tekeningen produceert, wie controleert, hoeveel tijd hiervoor beschikbaar is en wie tekeningen definitief maakt en indient bij de gemeente.
2. Sparingencoördinatie
Binnen deze tekeningenprocedure dient aandacht te worden geschonken aan de coördinatie van sparingen in de fundering dan wel de kelderwanden.
3. Indiening bij Bouw- en Woningtoezicht
Zowel de terreinriolering als een capaciteitsberekening met de dimensionering van leidingen moeten tijdig ter controle worden ingediend bij Bouw- en Woningtoezicht. Het moet duidelijk zijn wie wat doet en wanneer.
4. Uitvoeringscoördinatie
Bij onderaanneming is de hoofdaannemer verantwoordelijk voor de coördinatie van zijn eigen installateurs, zowel tijdens de (werk)tekeningenfase als in de uitvoering. Bij nevenaanneming zal in de meeste gevallen de bouwkundige aannemer worden belast met de uitvoeringscoördinatie van de installateurs. De aannemer is dan niet verantwoordelijk voor de tekeningencoördinatie. Het bewaken van de voortgang van de tekeningen is in dit geval in handen van de adviseur van de technische installaties, of, als deze niet aanwezig is, in handen van de bouwbegeleider (meestal in de vorm van de bouwdirectie).
5. Aanvragen aansluitingen op gemeenteriool
De opdrachtgever dient tijdig aanvraagformulieren in te vullen en te verzenden naar de gemeente. Het aantal aansluitingen dient hierbij correct te worden opgegeven, inclusief eventuele drainage aansluitpunten. Hiervoor wordt in veel gevallen een tekening meegestuurd waarop de aansluitingen zijn verwerkt. Er moet hierbij een gewenste aansluitingsdatum worden opgegeven. Met name het moment van het waterdicht maken van het dak kan een bepalend moment zijn.
6. Sparingen
Sparingen en leidingen dienen op elkaar te worden afgestemd, evenals het later (water- en/of brandwerend) dichtmaken van sparingen. Ook moet helder zijn wie sparingen afdicht en op welk moment en op welke wijze.
7. Deelname aan vergaderingen
Indien de installateurs als nevenaannemers zijn gecontracteerd, is het logisch om deze partijen uit te nodigen bij de bouwvergaderingen. Zij zijn rechtstreeks verantwoording verschuldigd aan de opdrachtgever. Er kan echter ook worden gekozen voor een opzet om de nevenaannemers in de organisatie van het project te behandelen als onderaannemers. Dit kan alleen met instemming van alle bedrijven en als de hoofdaannemer zijn taak als coördinator van de uitvoering van de nevenaannemers serieus oppakt. Bijvoorbeeld door het houden van coördinatiebesprekingen. In dat geval is het te overwegen de nevenaannemers in plaats van de bouwvergaderingen, de werkvergaderingen te laten bijwonen.
8. Bemonstering
Vooraf dient te worden vastgesteld welke onderdelen die betrekking hebben op dit controleplan dienen te worden bemonsterd of gedocumenteerd. Men kan hierbij denken aan een drainageleiding, een controleput, een polderstuk en een flexibele overgangsverbinding.
9. Revisie
Tijdens het vooroverleg moet helder worden wie verantwoordelijk is voor het maken van de revisietekeningen en in welk veelvoud deze moeten worden aangeleverd. Het aangeven van de juiste plaats van ontstoppingsstukken is zowel bij de woningbouw als utiliteitsbouw van belang; kopers van woningen hebben recht op een juiste informatie.