Inhoud


Regelgeving Planning

Organisatie

Juist omdat er zoveel factoren zijn die invloed hebben op het eindresultaat, dient het metselen goed te worden georganiseerd. Dit organiseren is een taak van de aannemer en een zorg van de bouwbegeleider. Daarom is het goed dat de bouwbegeleider inzicht heeft in wat er moet worden georganiseerd.

1. Tekeningenprocedure vaststellen
De tekeningenstroom dient te worden geregeld door middel van een tekeningenroulatieschema (TRS). Hierin dient te worden vastgelegd wie welke tekeningen en berekeningen produceert wie controleert en hoeveel tijd daarvoor beschikbaar is, hoe wordt omgegaan met de diverse opmerkingen op de concepttekeningen, wie tekeningen definitief maakt en hoe de distributie op de bouwplaats verloopt. Dit wordt vanuit de bouwdirectie in de 1e bouwvergadering vastgelegd dit geldt ook voor het gegevens behoefte schema(GBS) wat de aannemer dient aan te leveren.

2. Vaststellen lagen- en koppenmaat en metselverband
De lagen- en koppenmaat dient al in een vroeg stadium te worden/zijn vastgesteld. De bouwbegeleider controleert of de uitgangspunten hiervan nog in overeenstemming zijn met de meest recente bemonstering van de bakstenen. Ook zal er ten aanzien van de kozijnen, muurdammen etc. gekeken moeten worden dat de tekeningen nog overeen komen met de uitgangspunten en steenspecificaties. Dit dient te gebeuren voordat de steller de metselprofielen gaat plaatsen.

3. Vaststellen proefmuur
Laat zo snel mogelijk een proefmuur metselen. Dit geeft inzicht in de toepasbaarheid van het verband of de verbanden onderling bij meerdere steensoorten. Hier kan worden bepaald hoe diep een voeg moet worden uitgekrabd en hoe de vorm van de voeg zal worden. Ook afgeschuinde hoeken, bogen, rollagen etc. kunnen hier worden meegenomen. Het is raadzaam om de vorm van de voeg besteksmatig vast te leggen, om financiële consequentie te voorkomen.

4. Bemonstering stenen, isolatie en ankers
De bemonstering van de betonsteen dient vergezeld te gaan van een specificatieformulier conform de geldende normen. De gegevens op dit formulier zijn voor de morteladviseur van groot belang bij de weging van het advies voor de juiste mortel. Ook andere materialen die zullen worden toegepast, dienen te worden bemonsterd. Denk hierbij aan isolatie, ankers, geveldragers, muisroosters enz.

5. Advies metselmortel
Het samenspel tussen betonsteen, metselmortel, voegvorm en voegmortel dient goed te worden voorbereid. Een specifiek morteladvies is noodzakelijk. De fabrikant van de betonsteen dient dit advies te ondersteunen.
Natte prefab mortels dienen te worden vermeden. Hierin zijn hulpstoffen toegevoegd voor een langere verwerkingstijd en deze kunnen invloed hebben op uitslag van de gevel. Een droge prefab mortel is de meest gangbare mortel; bij doorstrijk, is deze zelfs op kleur verkrijgbaar.

6. Advies voegmortel
De voegmortel dient te zijn afgestemd op de kwaliteit van de betonsteen en de metselmortel. Een zware kwaliteit steen en mortel vragen om een zware kwaliteit voeg. Soms komt men in dit stadium tot de conclusie dat de voeg zo sterk dient te zijn dat deze niet handmatig kan worden aangebracht. Bij twijfel kan een voegadvies worden overwogen. Men denkt er goed aan om vooraf de voeghardheid in het bestek te omschrijven of zeker voor uitvoering deze vast te leggen. De vorm van de voeg is bepalend voor de diepte van het uitkrabben direct na het metselen.

7. Advies geveldilataties
Het opstellen van een geveldilatatie-advies is noodzakelijk, en moet worden opgesteld aan de hand van de werktekeningen van de gevels. Uiteindelijk dient de definitieve versie voor akkoord te zijn ondertekend door de aannemer, met onderliggende akkoordverklaringen van betonsteenfabrikant en betonsteenleverancier. De hoofdconstructeur controleert deze berekening en is verantwoordelijk voor de indiening bij Bouw- en Woningtoezicht. De hoofdconstructeur controleert deze tekeningen en is hiervoor mede verantwoordelijk.

8. Beperkingen weersinvloeden
Maak vooraf afspraken met de aannemer over het beschermen van metselwerk tegen hemelwater, vorst en extreme hitte, maar ook tegen lekwater van werkzaamheden op boven gelegen verdiepingen. Bij doorstrijken (pointmaster) is een waterwerende steiger noodzakelijk.

9. Systeem steiger vaststellen
Maak vooraf afspraken met de aannemer over het type steiger. Vermijd dat kortelingen in het metselwerk worden gelegd, waardoor later stenen moeten worden ingemetseld. Kies bij voorkeur voor een dubbele steiger met verschillende werkhoogtes. Hiermee wordt voorkomen dat metselaars onder en boven hun macht staan te metselen. Bij hoogbouw gaat de voorkeur uit naar hefsteigers, dit is echter sterk afhankelijk van de overige werkzaamheden aan en in de gevel, en de daarbij behorende veiligheidseisen.

10. Bespreking planning, routing metselwerk
Bespreek de planning met de aannemer en kom tot een logische volgorde van achtereenvolgens het metselen (inclusief isoleren en plaatsen geveldragers), het voegen, het plaatsen van kozijnen, het plaatsen van raamdorpelstenen, het plaatsen van glas en het demonteren van de steiger. Voegspecie op bijvoorbeeld glas of aluminium raamdorpels geeft zeer veel nazorg en is soms niet meer te corrigeren.

11. Reinigingsadvies
Bespreek de mogelijkheid van het ‘uitslaan’ van de gevel, hoe dit het beste kan worden voorkomen en hoe dit als het zich voordoet gereinigd kan worden. Laat op voorhand een reinigingsadvies opstellen. Leg vast in welke mate het ‘uitslaan’ van de gevel niet acceptabel is.

12. Uitvoeringszaken doornemen
Bespreek met de aannemer de uitvoeringszaken en laat deze vastleggen. Enkele zaken die besproken moeten worden zijn:

13. Werkplan
Bij gecompliceerde metselwerken kan het uitermate zinvol zijn dat de aannemer een werkplan opstelt waarin hij een gedeelte van de voorbereiding en de uitvoering grondig voorbereidt. Dit is niet altijd omschreven in het bestek.



Regelgeving Planning