Inhoud


Financiën Organisatie

Regelgeving

Het is sinds 1 juli 1993 niet meer toegestaan om asbest te gebruiken; tot eind 1994 werd er nog asbest gebruikt. Dit houdt in dat alle gebouwen van voor 1994 mogelijk asbest kunnen herbergen. Vandaar dat de overheid regels heeft opgesteld aan het inventariseren en verwijderen van asbest. Deze zijn vastgelegd in wetgeving, besluiten en regelingen. Het is goed om vooraf (voor een renovatie of sloop) deze goed te checken, dit kan via het OLO.

1. Het Asbestverwijderingsbesluit
In het Asbestverwijderingsbesluit wordt onder andere gewezen op:

2. De Arboregeling
In de arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) wordt met betrekking tot asbest o.a. gesproken over:

3. Het Arbobesluit
In het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) 28 juli 2006 wordt o.a gesproken over:

Voor iedere risicoklasse zijn specifieke regels opgesteld betreffende de wijze van sanering en vrijgave van de sanering. Deze risicoklasse-indeling bepaalt wie de werkzaamheden moeten uitvoeren, een SC 530 gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf of een deskundig bedrijf. Een deskundig bedrijf heeft geen SC 530 certificaat nodig. Er dient te worden uitgegaan van de volgende risicoklassen:

Klasse 1 (art. 4.44)
Indien uit de beoordeling blijkt dat de concentratie van asbestvezels in de lucht, lager is dan of gelijk aan de grenswaarden bedoeld in artikel 4.46 van het Arbobesluit, dan mogen ook niet-gecertificeerde bedrijven (maar wel deskundige bedrijven) asbestsaneringswerkzaamheden uitvoeren. Een eindbeoordeling na werkzaamheden door een geaccrediteerd inspectielaboratorium is hier niet verplicht.

Klasse 2 (art. 4.48)
Indien uit de beoordeling blijkt dat de concentraties van asbestvezels in de lucht hoger is dan een grenswaarde bedoeld in artikel 4.46 van het Arbobesluit, maar lager is dan of gelijk is aan 1000.000 vezels per kubieke meter, dan dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden door een SC 530 gecertificeerd bedrijf. Tevens dient aan het eind van de werkzaamheden een geaccrediteerd inspectielaboratorium een eindbeoordeling uit te voeren.

Klasse 3 (art. 4.53a)
Indien uit de beoordeling blijkt dat de concentratie van asbestvezels in de lucht hoger is dan 1.000.000 vezels per kubieke meter, dan dienen de werkzaamheden uitgevoerd te worden door een SC 530 gecertificeerd bedrijf. Tevens dient aan het eind van de werkzaamheden een geaccrediteerd inspectielaboratorium een eindbeoordeling uit te voeren.

4. Besluiten
Kort gezegd komt het erop neer dat het Asbestverwijderingsbesluit vooral van toepassing is voor particulieren en opdrachtgevers en het Arbeidsomstandighedenbesluit er vooral is voor de bedrijven en zelfstandigen zonder personeel. Handelingen met betrekking tot puin, puingranulaat en bodem vallen niet onder de reikwijdte van dit Asbesverwijderingsbesluit. Deze onderwerpen zijn nader uitgewerkt in het Besluit Bodemkwaliteit.

5. Asbestinventarisatie
Een afschrift van het inventarisatierapport dient door de eigenaar of opdrachtgever te worden overhandigd aan diegene die de daadwerkelijke asbestverwijdering uitvoert en dient dan ook op het werk aanwezig te zijn t.b.v. het bevoegd gezag. Omgekeerd mag een bedrijf geen asbestverwijderingswerkzaamheden uitvoeren zonder een asbestinventarisatierapport.

6. Eindbeoordeling
Nadat de asbestverwijderingswerkzaamheden zijn afgerond, dient er door een geaccrediteerd inspectielaboratorium een eindbeoordeling plaats te vinden. Uit deze beoordeling dient te blijken of de verwijdering op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, of er geen blootstellingsrisico’s meer bestaan en of er geen asbestvezels meer in het milieu terecht kunnen komen. De maximale toegestane concentratie is opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit.

7. Toezicht
Ook nieuw is de bepaling dat elk asbestverwijderingsbedrijf zelf een deskundig toezichthouder asbestverwijdering (DTA-A deskundige) in dienst moet hebben. In de praktijk kan een werknemer van het bedrijf die de DTA-A opleiding heeft gevolgd dus toezicht houden op zijn eigen werk. Gezien mogelijke belangenverstrengelingen doet een opdrachtgever er verstandig aan om zelf ‘extern’ toezicht te organiseren voor de asbestverwijderingswerkzaamheden. De bouwkundig opzichter mag zich dus niet bezighouden met de asbestsanering.

8. Buitenlandse bedrijven
Gezien het recht op vrije vestiging zal de Arbeidsomstandighedenregeling worden aangepast. In principe kan een buitenlands bedrijf dat in het land van herkomst voldoet aan een vergelijkbaar kwaliteitssysteem, aan het werk binnen Nederland. Alleen als een buitenlands bedrijf zich in Nederland zou willen vestigen, dan dient het te voldoen aan de Nederlandse regelgeving.



Financiën Organisatie